Vol verbazing staart Anne naar de poort. Ze had zich voorbereid op een gesloten poort waar ze de tijd zou hebben om zich moed in te spreken en vervolgens aan te kloppen. Vervolgens zou ze Eduard bezoeken en hem willen feliciteren met zijn doop en het Heerschap over Volendam. Ze had speciaal voor hem een klein pakje meegebracht. Even blijft ze vol verbazing staan en kijkt ze om zich heen om te zien of er iemand in de buurt is. Als het tot haar door begint te dringen dat er niemand bij de poort is slaat de schrik haar om het hart. Alleen in grote haast zou iemand de poort zo open laten staan. Er zou toch niet iets aan de hand zijn met Raboude of Pippa. Een ongeluk met paard en wagen, brand, een overval en nog enkele andere scenarios paseerden haar gedachten. Het koude zweet brak haar uit. Nee het zou toch niet. Even nam ze de tijd om het alles te relativeren en weer tot zichzelf te komen. Streng sprak ze zichzelf toe. "Anne, je moet niet altijd overal apen en beren zien.. er staat gewoon een poort open."
Zich realiserend hoe onnozel het zou staan als Pippa, Raboude, Eduard, Linda of Laila haar hier nu pratend met haarzelf aan zou treffen, glimlachte ze.
Tijd om op zoek te gaan naar iemand die haar kon vertellen waar Eduard is.
Enigszins op haar hoede loopt ze verder door de poort richting de keuken.