Wachters van Volendam
Libert, de oudste van de twee wachters en degene die de dame heeft aangesproken luistert aandachtig naar de woorden van de Jonkvrouw.
Mijnheren, allereerst wil ik mijn dank uitspreken voor de vriendelijkheid waarmee u mij ontvangt. Niet eerder heb ik het meegemaakt dat een poort zo spoedig geopent werd. Nogmaals, mijn complimenten.
Ik ben Anne Sarah de Ligne, dochter van Sybillee en Silvain. Uw heer heeft mijn hart gestolen en ik mag mij sinds enige tijd zijn verloofde noemen. Mijn verlangen om bij hem te zijn heeft me hier gebracht. Een vrouwelijke hand bij het inrichten van een landgoed kan nog wel eens van pas komen. Et voila, dat brengt mij hier.
Haar woorden bevestigen zijn vermoedens die hij al eerder in zijn gedachten heeft gekregen. Als ze de verloofde is van de Heer, zou het zomaar kunnen dat de dame de toekomstige Dame is.
Reden temeer om haar met alle egards te benaderen.
Hij is al op leeftijd gekomen. Het werk als wachter ligt niet voor het oprapen. Hij heeft zijn leven gediend in het Hollandse leger. De jaren hebben zijn fysiek achterhaald.
Een baan als deze is hem zeer dierbaar en er is hem alles aan gelegen dit nog lange tijd vol te houden.
Het kasteel kan inderdaad wel een kuisbeurt gebruiken. Maar wacht even... vertelde de dame niet dat ze de dochter is van Sybilla?...de Gravin?....van Arkel?
Met het angstzweet wat opkomt op zijn ruggengraat kijkt hij haar aan. Netjes wachtend tot ze volledig is uitgesproken.
Als er geen woorden komen besluit hij haar voor te stellen richting het kasteel te gaan om de Heer de Ligne op te zoeken.
Mijn Excuus dat ik u in de rede val. Er schiet mij nog iets te binnen. Achter op de koets staat een grote kist met enkele spullen die ik Eduard wil laten zien ter inspiratie. Als het schikt zou ik het heel fijn vinden als jullie hem naar binnen zouden tillen.
En ja hoor.... tuurlijk maakt hij een misser. Er volgde nog een reeks met opdrachten.
Denkend aan zijn rug die enige slijtage vertoond richt hij zich op zijn jongere makker na de dame een knikje met zijn hoofd gegeven te hebben.
Hij bromt enkele woorden in de zin van...stalmeester...Koets, kist en richt zich weer op de Jonkvrouw.
Dame... maakt u zich geen zorgen over de koets en uw spullen. Er wordt voor gezorgd.
Ik zal u richting het kasteel brengen waar u uw verloofde zal kunnen ontmoeten.