Het was een lange rit naar zijn nieuw verkregen landgoed. Des te meer omdat zijn paard zwaar bepakt was. Zo veel mogelijk van zijn eigendommen had hij meegenomen om hier een nieuw huis te kunnen geven. Het was werkelijk een eer om nu de heer te zijn van dit landgoed, vazal te zijn van zijn schoonzus.
Bij aankomst bleken de poorten gesloten te zijn. Anton klopte op de deur, maar verwachtte geen antwoord te krijgen. Het was eerder een vreemd soort formaliteit. Van zijn koppel haalde hij de bos met sleutels. De grootste zou ongetwijfeld van de voorpoort zijn. Anton stak deze in het slot en tot zijn verbazing draaide deze wonderlijk eenvoudig rond.
Het openen van de zware deuren bleek meer moeite te kosten, maar uiteindelijk was er genoeg ruimte ontstaan om zijn paard het binnenplein op te manoeuvreren.
Voordat hij zich in zijn vertrek zou installeren had hij eerst nog iets belangrijks te verrichten.