Terwijl ze in de salon een beetje onrustig heen en weer loopt ziet ze een gestalte op een paard de voorhof betreden. Met haar ogen tot spleetjes getrokken observeert ze de persoon die behendig van het paard springt. Opeens weet ze wie het is en neemt ze haar rokken op zodat ze in volle spurt naar de voordeur kan zonder gehinderd te worden. Nadat ze een scherpe bocht naar rechts heeft genomen en in volle snelheid de deurman is gepasseerd komt ze tot stilstand en opent de imposante deur.
Winter!!! Je bent er!! Wat heerlijk!
Nog voordat er een mogelijkheid tot antwoorden is, trekt ze haar vriendin naar binnen en omhelst ze haar zonder een moment na te denken over alle natte kleding.
Ik ben zo blij dat je er bent. Kom verder, je bent drijfnat en ik nu ook.
Lachend neemt ze Winter mee naar boven om op zoek te gaan naar droge kleding.